Wielrennen in tijden van Corona

“In 2020 noemt Elabo BV zichzelf de trotse hoofdsponsor van het TALENT Elabo Elite Development Team. Het doel van Elabo is om de wielrensters de komende twee jaar te ondersteunen bij het behalen van hun missie: de beste opleidingsploeg voor vrouwen ter wereld worden. Directieleden Jan Hulleman en Henk van Ringen van Elabo: “Net als zij, steken ook wij veel tijd en energie in opleiding en kwaliteitsborging waardoor onze toegewijde arbeidsdeskundigen altijd op de hoogte zijn van recente ontwikkelingen in de complexe arbeidsongeschiktheidsmarkt.” Door de Eliteploeg te sponsoren versterkt Elabo haar positionering, want jaarlijks verbindt de wielersport miljoenen Nederlanders met elkaar om te genieten van de prachtige sport. Laat dit nou één van de kernwaarden van Elabo zijn: verbinden. In samenwerking met Elabo schrijven wij maandelijks deze verhalen waaruit blijkt dat TALENT Cycling en Elabo BV elkaar aanvullen, overlappen en/of versterken.”

Re-integratie in het vrouwen peloton

De gehele wereld heeft afgelopen maanden bijna stilgestaan door het COVID-19 virus. Veel bedrijfstakken lijden onder de lockdowns en de topsport,  wielrennen in het bijzonder, ontkomt hier ook niet aan. Nu de maatregelen worden versoepeld, kunnen we weer plannen maken voor het starten van het seizoen, de rensters kunnen weer” re-integreren” in hun “werk”. Is dit nu een verstandige beslissing of wordt er overhaast te werk gegaan?

Terugkijkend kunnen we concluderen deze we de pandemie veel te lichtvaardig hebben opgevat. De herinnering is nog vers dat er tijdens het trainingskamp in Spanje bij kuchjes werd gegrapt over corona.

Hoewel de ene “wedstrijd na de andere wedstrijd werd afgelast bleef de organisatie van Parijs-Nice volharden en werd, op een dag na, de wedstrijd volledig uitgereden. Met de kennis van nu is dat ondenkbaar, maar inmiddels zijn we wijzer en hebben we de tijd gekregen om na te denken over betere oplossingen.

De wereldbond UCI heeft een hernieuwde seizoensplanning gepresenteerd, waarbij de eerste wedstrijd, “Strade Bianchi” op 1 augustus gaat plaats vinden in Italië. Met deze herstart van het seizoen in het vooruitzicht, bereiden wij onze ploeg voor.

Bedrijfsleven

Momenteel wordt in Nederland stapsgewijs het bedrijfsleven weer opgestart. Kantoren moeten “Corona-proof” werkplekken hebben, werknemers moeten anderhalve meter afstand houden en het thuiswerken wordt gepromoot. Plekken waar mensen dicht bij elkaar verblijven, zoals sportscholen, horeca en sauna’s, blijven tot en met 30 juni dicht. Evenementen waarbij grote groepen mensen samen komen worden tot september verboden. Het re-integreren is volledig gericht op afstand houden, waardoor mensen elkaar minder of niet besmetten en het virus geen kans krijgt ons weer in een wurggreep te nemen. De anderhalve meter samenleving krijgt vorm, waarschijnlijk tijdelijk, wellicht permanent.

Sportsector wielrennen

Het opstarten van de sportsector in het algemeen en het wielrennen specifiek, kent meer complicerende factoren. Het creëren van de veilige afstand is tijdens de wedstrijd niet denkbaar. Pelotons van ruim 160 rensters denderen over de wegen, dicht op elkaar gepakt, waarbij de sporters zich heftig inspannen. Dit is niet de “Corona-proof” werkplek waarbij veilige afstand wordt gehouden. Hier stellen de sporters zich niet alleen bloot aan besmetting, maar ook het aanwezige publiek wordt blootgesteld aan een mogelijke besmettingswolk. Dit past niet in onze anderhalve meter samenleving.

Minder bekend is dat rensters een tweede baan hebben om te kunnen voorzien in hun levensonderhoud, aangezien zij niet een volledig salaris krijgen vanuit het wielrennen. Dit betreft ongeveer 80% van het damespeloton. Deze rensters werken vaak in verzorgende en medische beroepen, zoals (ouderen) zorg en fysiotherapie. Zij kunnen veelvuldig in aanraking komen met besmette patiënten. Ondanks alle beschermende middelen zorgt dit voor een verhoogd risico. De vraag dringt zich op in hoeverre het verstandig is om dicht bij deze heldinnen in de buurt te rijden.

Het laten starten van een groot peloton is – naast alle andere bijkomende problemen – misschien wel de grootste uitdaging. Om dit in goede banen te leiden zal er creatief moeten worden gedacht. Te denken valt aan kleinere pelotons met minder ploegen en minder rensters per ploeg. Maar ook het inperken van het aantal begeleiders en het aanpassen van routes kan hierbij helpen, waarbij vooral de afsluitbaarheid van het parcours van belang is.

Geld

Het wedstrijdprogramma zoals nu door de UCI is samengesteld, lijkt vooral financiële drijfveren te hebben. Tot op heden zijn er geen signalen die erop wijzen dat er is nagedacht over de problematiek die deze COVID-19 periode met zich meebrengt. Tot op heden heeft de UCI bijvoorbeeld niets gecommuniceerd omtrent de praktische en logistieke invulling van het gepubliceerd wedstrijdprogramma. De bond(en) zitten dringend verlegen om wedstrijden, aangezien die voor inkomsten zorgen. Ook de teams zitten te wachten op wedstrijden, omdat dit ook weer voor sponsor exposure zorgt, waardoor er grotere kans op continuïteit is. Er kunnen vraagtekens worden gezet bij de vraag of rensters hun beroep weer op een verantwoorde en veilige manier kunnen uitoefenen.

Reizen

Naast het daadwerkelijk sporten kent deze bedrijfstak andere complicerende factoren dan het reguliere bedrijfsleven. Wielerwedstrijden worden georganiseerd over de gehele wereld en reizen behoort tot het leven van de sporter. Met het oog op het door het UCI opgestelde programma rijzen er toch een aantal vragen en uitdagingen.

In hoeverre is het mogelijk om naar de wedstrijdlocaties te vliegen, hoe regel je het verblijf in een hotel. Rensters zaten altijd samen met meerdere, zo niet alle teams, in een aangewezen hotel, wat dan zeer druk en alles behalve Corona-proof is.

Fysiek

De re-integratie van de “werkloze wielrenster” in het wielerpeloton kent zowel een fysieke als mentale kant. In een normaal seizoen is een wielrenster enkele maanden in voorbereiding met meerdere trainingskampen voorafgaand aan de eerste wedstrijd. Met het ingaan van de huidige wedstrijdkalender, die over precies tweeëneenhalve maand begint, hebben de wielrensters weinig effectieve voorbereidingstijd. In Nederland kunnen we nog individueel buiten trainen, maar dit is zeker niet het geval geweest in andere landen. In bijvoorbeeld Italië, Spanje en Frankrijk moesten rensters binnen op de rollers trainen. Natuurlijk zit hier een mate van ongelijkheid in, maar die ongelijkheid is er altijd. In het vrouwenwielrennen waar rensters met een fulltime baan het opnemen tegen fulltime wielerprofs is gelijkheid een zeer relatief begrip.

Wielrensters,  en hun trainers, staan voor een grote uitdaging bij de herstart van het seizoen. Naast de fysieke kant, “hoe bereid een renster zich voor op deze periode zonder wedstrijd ritme”,  kent deze herstart ook een mentale kant. Voor de rensters uit de top15 teams is er onzekerheid welke races definitief doorgaan en voor de overige rensters de onzekerheid van het überhaupt hebben van een wedstrijd programma. Dit soort onzekerheden, wat rensters kunnen ervaren als perspectiefloos, doen een groot beroep op hun mentale belastbaarheid. Dit speelt een grote rol in de opbouw naar de herstart van het nieuwe seizoen.

Alternatieven

Momenteel ligt er enkel een World Tour kalender, geschikt voor de grote ploegen van de wereld en vooral geschikt voor grote pelotons. Om tot wedstrijdfitheid te komen voor deze evenementen liggen al eerder kansen voor kleinere evenementen. Tijdritten en ploegentijdritten, en in een later stadium   trainingskoersen en criteriums, kunnen een overgang bieden naar de grotere koers.

Reactie Esra Tromp – vice voorzitter UNIO (team vakbond): “Met UNIO hebben we virtueel aan tafel mogen aanschuiven om met de UCI en met de renstersvakbond CPA een nieuwe kalender samen te stellen. Wij denken dat het erg belangrijk is dat er weer perspectief is voor de rensters en de teams. Voor deze crisis is geen draaiboek en we kunnen ook niet zeggen hoe we over er 3 maanden voor staan in de wereld, we moeten hier echt creatief mee omgaan. Het belangrijkste is dat er nu een goed wedstrijdschema ligt. Bij het samenstellen hebben we ook gekeken waar wedstrijden gebundeld konden worden, om het aantal reisbewegingen te beperken. Ook is er de mogelijkheid voor de organisatoren minder rensters (5 in plaats van 6) in een team en meer teams toe te laten, zodat meer wielerteams een wedstrijdprogramma krijgen.  Voor het definitief doorgaan van de wedstrijden zijn we afhankelijk van de (lokale) overheden en vooral ook van de ontwikkeling van het virus en de pandemie in komende maanden. “

Ook met de doorkijk naar 2021 is Esra Tromp gematigd optimistisch: “We kunnen niet ontkennen dat we in een uitermate moeilijke tijd zitten, maar met UNIO willen we ook graag naar de kansen kijken die deze periode biedt. Het is duidelijk waar de problemen voor de teams, organisatoren en rensters liggen, maar in deze crisis moeten creatief nadenken en zo zullen er zeker ook kansen ontstaan.”

Reactie Iris Slappendel – Cyclist Alliance : “Binnen de Cyclists’ Alliance beseffen wij ons dat Covid-19 een grote impact zal hebben op onze sport. De punten genoemd in dit artikel zijn gegrond. Het lastige is dat niemand weet hoe deze pandemie zich ontwikkeld en dus blijft het lastig om plannen te maken op korte termijn. Vanuit de TCA waken wij ervoor dat de gezondheid van rensters prioriteit heeft boven financiële drijfveren. Hiervoor werken we samen met UNI World Players en EU Athletes om zoveel mogelijk informatie te vergaren en onze leden op de juiste manier te kunnen informeren. Zo moeten we er niet alleen voor waken dat renners niet alleen beschermd worden tegen te risico’s die Covid-19 vormt voor hun gezondheid en veiligheid, ook moet Covid-19 erkend worden als een werk gerelateerde ziekte waar ze tegen verzekerd moeten zijn. 

Daarentegen is Covid-19 misschien wel de ‘reset knop’ die de wielersport nu zou kunnen gebruiken om met alle stakeholders te kijken naar de zwakke plekken in het financiële model; de afhankelijkheid van sponsorinkomsten. Covid-19 laat nog maar eens zien hoeveel druk er op het huidige model staat! In plaats van te focussen op onzekerheden is dit de kans om creatief te zijn, nieuwe modellen te onderzoeken en samen te werken aan de kansen die de vrouwensport biedt. ”

Terug naar overzicht